In 2015 werd de Wet DBA ingevoerd. Het idee was goed. Schijnzelfstandigheid aanpakken en duidelijkheid scheppen over de samenwerking tussen opdrachtgevers en zelfstandigen.
De oude VAR-verklaring verdween en deze nieuwe wet moest ervoor zorgen dat echte werknemers niet langer als schijnzelfstandigen konden worden ingehuurd.
Maar het gevolg was precies het tegenovergestelde van duidelijkheid. Slechts zes maanden later werd de handhaving al op pauze gezet. Er ontstond namelijk grote onzekerheid bij opdrachtgevers én ZZP’ers over wat nog wel en niet mocht. Sindsdien hangt er een juridisch zwaard van Damocles boven de markt.
Op 1 januari 2025 is het handhavingsmoratorium beëindigd. Vanaf 2026 kunnen er weer boetes en naheffingen worden opgelegd. Toch is er nog steeds geen échte oplossing.
De politiek is hopeloos verdeeld. Een deel van Den Haag wil de Wet VBAR invoeren, met strengere regels en meer toetsing achteraf. Een ander deel pleit juist voor een zelfstandigenwet die vooraf duidelijk maakt wanneer iemand écht ondernemer is.
Twee kampen, geen duidelijkheid.
En ondertussen? Loopt de arbeidsmarkt vast. Komen bouwprojecten niet van de grond. Vertraagt de energietransitie. Kampen de zorg en het onderwijs met gigantische personeelstekorten.
Deze onzekerheid verlamt opdrachtgevers én professionals. Niemand weet waar hij aan toe is.
Na 10 jaar wordt het toch echt tijd dat Den Haag kiest.
Dus Den Haag: Zorg voor één duidelijke, uitvoerbare wet die zelfstandigen de ruimte geeft om te ondernemen
én opdrachtgevers het vertrouwen dat ze op een juiste manier samenwerken.
Zonder helder beleid verliest iedereen de ZZP’er, de werkgever en de BV Nederland.
Duidelijkheid is geen luxe, maar noodzaak. Wie in Den Haag durft eindelijk verantwoordelijkheid te nemen?